Waarom je moeite hebt met delegeren (en hoe dat je groei tegenhoudt)
Je weet dat delegeren belangrijk is. Zeker als je ondernemer bent of een leiderschapsrol hebt. Je hebt het vaker gehoord: “Werk áán je bedrijf, niet ín je bedrijf”. Of: “Focus op je zone of genius”. En toch doe je het niet. Of niet genoeg. Of alleen met de taken waar niets van afhangt.
Niet omdat je niet kúnt delegeren. Maar omdat iets in jou het niet durft.
Waarom delegeren niet altijd de oplossing is, maar zelfinzicht wél
Deze blog is niet bedoeld om je op te dringen dat je móét delegeren. Als jij alles zelf wilt doen en dat werkt voor jou: geweldig. Geen probleem!
Maar als je merkt dat je vastloopt, moe bent, nergens aan toekomt of op het punt staat af te haken. Dán is het tijd om stil te staan. Niet bij de to-do lijst. Maar bij deze vraag:
Wat maakt dat ik dit niet kan of durf los te laten?
Want delegeren is niet alleen een praktische vaardigheid. Het is een emotioneel proces. En dat wordt vaak gestuurd door oude overtuigingen.
Herkenbare gedachten als delegeren moeilijk voelt
“Als ik het zelf doe, weet ik tenminste zeker dat het goed gebeurt.”
“Niemand snapt precies wat ik bedoel." "Ik wil anderen niet belasten.”
“Als het fout gaat, is het mijn verantwoordelijkheid.”
“Voor ik het heb uitgelegd, heb ik het zelf al gedaan.”
“Wat als ze me dan niet meer nodig hebben?”
Deze gedachten klinken misschien logisch. Maar ze zijn vaak beschermingsmechanismen van het Imposter-syndroom.
Hoe herken je dat het Imposter Syndrome meespeelt?
Je blijft alles controleren, ook nadat je ze gedelegeerd hebt.
Je plant je agenda overvol, ook al heb je een team.
Je bent onbewust bang dat uitbesteden je minder onmisbaar maakt.
Je zegt: “Ik werk het liefst zelfstandig”, maar voelt je tegelijk uitgeput.
Je gelooft dat je pas een goede leider bent als je alles zelf kunt dragen.
Je team klopt misschien wél maar je binnenwereld is nog niet meegegroeid. Deze signalen wijzen erop dat het niet gaat om een gebrek aan vaardigheden, maar om diepere overtuigingen die jouw zichtbaarheid en leiderschap onbewust beïnvloeden.
Waarom voelt delegeren soms zo spannend?
Omdat het vraagt om vertrouwen. En niet alleen in de ander, vooral in jezelf. Delegeren betekent: iemand anders ruimte geven in iets waar jij aan gekoppeld bent. En dat triggert vragen als:
Wat als het niet goed gaat?
Wat als zij het beter doen dan ik?
Wat als ik fouten over het hoofd zie?
Wat als ik me verveel, of niet meer nodig ben?
Deze gedachten gaan niet écht over je team. Ze gaan over jouw relatie met controle, met eigenwaarde en met het innemen én loslaten van ruimte.
Wat zit eronder?
Vaak zijn het diepgewortelde overtuigingen zoals:
“Ik moet het alleen kunnen.”
“Als ik het loslaat, ben ik geen echte leider.”
“Mijn waarde zit in mijn inzet, niet in mijn visie.”
“Als ik hulp nodig heb, faal ik.”
“Ik kan pas rusten als álles perfect is.”
Vooral mensen met het Imposter Syndrome type ‘Soloist’ geloven dat zelfstandigheid gelijk staat aan bestaansrecht. En de ‘Perfectionists’ geloven dat perfectie gelijk staat aan veiligheid. Maar wat als die formules niet kloppen?
Wat zijn de gevolgen als je alles zelf blijft doen?
Je mist tijd voor strategische groei
Je blijft in een uitvoerende modus hangen
Je raakt mentaal en fysiek uitgeput
Het plezier in je werk verdwijnt langzaam
Je ervaart chronische twijfel: “Is dit het nou?”
Kortom: je houdt alles draaiende, behalve jezelf.
Wat helpt wél?
Ontmasker je overtuiging
Maak de zin eens af: “Als ik deze taak delegeer, dan…” En vraag jezelf vervolgens deze drie vragen:
Wat is het ergste dat er kan gebeuren?
Is dat reëel?
Wat kan ik doen om het veilig(er) te maken?
Maak het klein en strategisch
Delegeren hoeft niet meteen groots. Vraag jezelf af:
Wat kost me veel energie, maar levert je weinig op?
Wat kan iemand anders 80% net zo goed en met minder moeite?
Wat zou je vandaag al uit handen kunnen geven met minimale risico’s?
Herken je eigen patroon
Doe de Imposter Syndrome Test en ontdek welk Imposter Syndroom type bij jou meespeelt: die van een Soloist, Perfectionist of de Superwoman. Zodra je weet welk deel van jou verantwoordelijk is voor de kramp, kun je ermee werken.
Geef delegeren een experimenteel kader
Probeer jezelf niet uit alle macht te dwingen om het los te laten, maar geef jezelf de ruimte om dit (bijv. een maand) uit te testen.
Kies één taak
Bepaal wat het eindresultaat moet zijn
Spreek van tevoren af hoe en wanneer jullie evalueren
Zo houd je de regie, zonder jezelf uit te putten
Verleg je maatstaf
Vraag jezelf na afloop niet: “was het perfect?”, maar ga na of je helder, aanwezig en eerlijk was over je verwachtingen. Want dát is waar leiderschap over gaat. Niet over alles doen, maar over weten wat van jou is.
Waarom dit je systeem helpt
Omdat het niet begint bij tools of teamstructuur. Maar met bewustzijn. Zelfonderzoek. En mildheid voor het deel in jou dat denkt: “ik moet dit alleen kunnen.”
Delegeren is geen doel op zich. Maar als je alles zelf blijft doen en daaraan onderdoor gaat, mag het een ingang zijn naar iets groters.
Naar meer rust. Meer vertrouwen. Meer ruimte voor jouw rol als leider. Op jouw manier.
Nieuwsgierig welk Imposter-patroon jouw leiderschap beïnvloedt?
Doe de test en zie welke interne standaard jou kleiner houdt dan nodig is. Vanaf daar kun je bouwen. Aan een leiderschap dat klopt, van binnen én buiten.
