5 mythes over het imposter syndrome

Heb je weleens het gevoel dat je niet goed genoeg bent, zelfs als anderen zeggen dat je iets goed doet? Denk je soms dat je succes gewoon geluk was en dat mensen erachter zullen komen dat je eigenlijk helemaal niet zo goed bent? 

Dat heet imposter syndrome, en je bent niet de enige die dit voelt! Veel slimme en succesvolle mensen twijfelen aan zichzelf, ook al is daar geen reden voor. In dit artikel bespreken we vijf mythes over imposter syndrome, zodat je beter begrijpt waarom je je zo voelt—en vooral hoe je ermee om kunt gaan. 


1. Mythe: Alleen onzekere mensen hebben last van imposter syndrome

Veel mensen denken dat imposter syndrome alleen voorkomt bij mensen die weinig zelfvertrouwen hebben. Maar dat klopt niet! Het komt juist vaak voor bij slimme, ambitieuze en succesvolle mensen. Onderzoek laat zien dat vooral mensen die goed zijn in hun vak—zoals hoogopgeleide vrouwen, leiders en experts—hier last van hebben. Hoe meer je weet, hoe meer je beseft wat je nog níét weet. Dit heet het ‘expert-paradox’-effect.

Wat betekent dit voor jou?

Imposter syndrome betekent niet dat je niet goed genoeg bent. Het betekent juist dat je groeit en uit je comfortzone stapt.

Stel jezelf deze vraag: “Zou ik deze kans hebben gekregen als ik écht niet goed was?”

Onthoud: onzekerheid en ambitie horen vaak bij elkaar.


2. Mythe: Als ik meer ervaring heb, zal imposter syndrome vanzelf verdwijnen

Veel mensen denken: “Als ik nóg een diploma haal of nóg meer ervaring opdoe, zal ik me eindelijk zeker voelen.” Maar dat is niet waar. Hoe meer je leert, hoe meer je je bewust wordt van wat je nog níét weet. Dit kan ervoor zorgen dat je juist méér aan jezelf twijfelt.

Wat kun je doen?

Denk niet dat je eerst alles moet weten voordat je zelfvertrouwen kunt hebben. Werk in plaats daarvan aan het accepteren van je successen.

Schrijf vijf momenten op waarop je dacht: “Ik weet hier te weinig over,” maar het tóch goed ging. Zo zie je dat je altijd al in staat bent geweest om te groeien.

3. Mythe: Complimenten en erkenning laten imposter syndrome verdwijnen

Veel mensen denken: “Als ik vaak genoeg hoor dat ik goed ben, dan verdwijnt mijn onzekerheid vanzelf.” Maar mensen met imposter syndrome negeren vaak complimenten en denken: “Ze zeggen dit alleen om aardig te zijn.”

Wat kun je doen?

  • Houd een ‘bewijs-document’ bij. Schrijf op wat je hebt bereikt, zoals goede cijfers, complimenten van anderen, of projecten die zijn gelukt. Dit helpt je om feiten te zien in plaats van negatieve gedachten.

  • Leer complimenten aannemen. In plaats van te zeggen “Oh, het was maar geluk,” zeg je: “Dank je, ik heb er hard voor gewerkt.”

  • Zoek een ‘mirror mentor’. Dit is iemand die je helpt je successen te zien op momenten dat je zelf twijfelt. Dit kan een coach, vriendin of collega zijn. Kies je voor een vriendin of collega, dan kun je elkaar ondersteunen en een waardevol buddy-systeem creëren.

  • Doe een ‘ik doe het toch’-challenge. Elke keer dat je denkt: “Ik ben hier niet goed genoeg voor,” doe het juist wel! Zo bewijs je aan jezelf dat je meer kunt dan je denkt.

Door deze simpele opdrachten leer je stapje voor stapje inzien wanneer je imposter syndrome onnodig de overhand neemt in je denkpatronen.


4. Mythe: Succesvolle mensen voelen zich nooit een imposter

Veel mensen denken dat succesvolle mensen nooit aan zichzelf twijfelen. Maar dat klopt niet! Zelfs beroemdheden zoals Michelle Obama en Albert Einstein hebben weleens gedacht: “Ik ben een fraudeur en straks ontdekken ze dat ik niet zo goed ben.” Hoe succesvoller je wordt, hoe hoger de verwachtingen, en hoe meer je kunt denken dat je door de mand valt.

Wat betekent dit voor jou?

Succes betekent niet dat je je altijd zeker voelt. Twijfel hoort bij ambitie. Zie het niet als een teken dat je niet goed genoeg bent, maar als een teken dat je jezelf blijft uitdagen.


5. Mythe: Imposter syndrome betekent dat je niet goed genoeg bent

Dit is misschien wel de gevaarlijkste mythe. Veel mensen denken: “Als ik me een bedrieger voel, betekent dat vast dat ik écht niet goed ben.” Maar imposter syndrome is een denkfout. Je brein negeert je successen en focust alleen op bewijs dat je niet goed genoeg bent.

Wat kun je doen?

  • Houd een ‘Brag Book’ bij. Dit is een lijst waarin je je successen noteert—groot en klein.

  • Gebruik de ‘evidence shift’-techniek. Als je denkt: “Ik ben hier niet goed in,” bedenk dan drie momenten waarop je hebt bewezen dat je dat wél bent.

  • Wees je eigen mentor. Vraag jezelf af: “Wat zou ik zeggen tegen een vriendin die deze twijfels had?” Vaak ben je milder voor anderen dan voor jezelf.


Leer je eigen imposter monster begrijpen

Veel mensen begrijpen imposter syndrome niet goed, en dat maakt het moeilijk om ermee om te gaan. Maar als je deze mythes herkent en je gedachten verandert, kun je stoppen met onnodig aan jezelf twijfelen.

Wacht niet tot imposter syndrome ‘verdwijnt’. Begin vandaag met anders denken over jezelf en je succes. Je bént goed genoeg. En dat was je altijd al.


Benieuwd welk type imposter syndrome jij hebt? Doe de gratis test!

De test duurt slechts 2 minuten! Beantwoord een paar korte vragen en ontvang direct jouw persoonlijke uitslag.

Na het invullen kies je zelf of je extra informatie over jouw imposter syndrome-type in je inbox wilt ontvangen – of natuurlijk liever niet. Hoe dan ook: je krijgt direct je uitslag inclusief een video met waardevolle inzichten en tips om jouw imposter monster aan te pakken.

Previous
Previous

(Negatieve) feedback ontvangen, hoe doe je dat?

Next
Next

Waarom komt imposter syndrome vaker voor bij vrouwen?